Het valt je vast weleens op: op sommige padelbanen glijd je alle kanten op, terwijl je op andere banen staat als een huis. Die verschillen hebben alles te maken met de ondergrond. Het gaat niet alleen om de kleur van het kunstgras. De hoeveelheid en de soort zand die wordt gebruikt, bepaalt grotendeels hoe snel het spel is.

Je denkt misschien: zand is zand. Maar op een padelbaan is dat zeker niet het geval. De meeste banen om te padellen bestaan uit kunstgras. Dat is tegenwoordig de standaard. Om het kunstgras overeind te houden en de schokken te dempen, strooien baanbouwers er speciaal kwartszand in. Dat is het witte spul dat je soms over de baan ziet waaien.

Waarom dat zand er überhaupt ligt

Die kleine zandkorrels hebben een paar belangrijke taken. Ten eerste zorgt het zand ervoor dat de vezels van het kunstgras rechtop blijven staan. Dit geeft de bal een consistente stuit. Als het gras plat ligt, krijg je een onvoorspelbare, doffe stuit. Ten tweede werkt het zand als demper en verzwaarder. Het houdt het kunstgras op zijn plaats. Een bijkomend effect is de grip. En dat is waar de grote verschillen ontstaan. Op banen met veel zand, zie je vaak een witte waas. Het zand is duidelijk zichtbaar. Dit soort banen speel je meestal langzamer. Het zand maakt de bal namelijk zwaarder en vertraagt de rol over de grond. Dat geeft je net die extra fractie van een seconde om bij de bal te komen. Voor beginners is dit vaak prettig. Je kunt de rally beter controleren. Bij de bandejas en viboras zie je ook een groot verschil. De bal stuit minder snel en sterft eerder af.

Weinig zand

Heb je een baan waar het zand nauwelijks zichtbaar is? Waar het kunstgras donkerder groen of blauw oogt? Dat is een snelle baan. Het zand ligt dan diep in de mat, puur om de vezels rechtop te houden. Omdat er minder zand op het oppervlak ligt, is de wrijving lager. De bal behoudt zijn snelheid veel langer. Dit maakt de dynamiek van het spel compleet anders. Op snelle banen moet je meer anticiperen. De bal komt sneller op je af en rolt veel langer door na de stuit. Je voetenwerk moet ook anders zijn. Je ziet spelers op deze banen vaker uitglijden of een kleine sliding maken. Dat is soms nodig om een bal te halen die anders onbereikbaar is. Het is een techniek die je moet beheersen. Een te plotselinge rembeweging leidt tot blessures. Speel je bijvoorbeeld in de omgeving van padel Assen? Dan merk je dat de ene club een snelle ondergrond heeft, terwijl je bij de buren juist op een zandbak staat. De keuze voor een snelle of langzame baan is vaak een afweging tussen onderhoudsgemak en spelersvoorkeur. Een baan met veel zand vraagt om meer onderhoud. Het zand moet regelmatig worden aangeveegd of bijgevuld. Een snelle baan, met minder zand, is onderhoudsarmer. Volg hier alle sportnieuws in Assen en omstreken om te zien welke clubs investeren in welke soorten banen.

Controleer je wapenarsenaal

Het slimste wat je kunt doen, is je eigen spel aanpassen. Ga je spelen op een langzame baan (veel zichtbaar zand)? Gebruik dan meer kracht in je slagen om de bal diep te houden. Focus op het zwaarder maken van je smash. De vertraging door het zand moet je compenseren. Speel je op een snelle baan (weinig zand)? Dan moet je juist meer controle in je spel brengen. Een lichte, geplaatste bandeja is nu veel effectiever. De bal rolt dan al snel door naar de achterwand. Je hoeft minder hard te slaan voor hetzelfde resultaat. Door dit te weten, neem je het lot in eigen hand. Je bent niet langer een slachtoffer van de ondergrond. Je weet dat het de kwartskorrels zijn die bepalen of je een sprint moet trekken of rustig kunt wachten. Kijk de volgende keer dat je een baan op loopt dus even goed naar beneden. Dat geeft je meteen een tactisch voordeel.