Italië roept vaak beelden op van warme zomerdagen, volle terrassen en stranden met helderblauw water. Toch is het land ook in de winter een heerlijke bestemming. Van de sneeuw in het noorden tot de zachte temperaturen in het zuiden, je merkt meteen hoe veelzijdig Italië eigenlijk is. Een bijkomend voordeel is dat de bekende steden en dorpjes in deze periode een stuk rustiger zijn, waardoor je alles op een meer ontspannen manier beleeft.

In het zuiden, bijvoorbeeld in Puglia, kun je vaak nog tot laat in november genieten van zonnige dagen. De fotogenieke dorpjes worden daar rond kerst extra sfeervol dankzij duizenden lichtjes en versieringen. Het geeft die pittoreske straatjes net dat beetje extra magie.

Van skipistes tot sfeervolle steden

Wie houdt van wintersport zit in Noord-Italië helemaal goed. In de Dolomieten en Alpen vind je skigebieden die moeiteloos kunnen concurreren met die in Oostenrijk of Zwitserland. Denk aan Cortina d’Ampezzo of Val Gardena, waar je naast skiën ook lekker kunt genieten van Italiaanse specialiteiten in de berghutten. Toch zijn het niet alleen de bergen die in de winter aantrekkelijk zijn. Grote steden zoals Rome, Florence en Venetië krijgen een heel andere sfeer zodra de kerstverlichting aangaat. Pleinen staan vol met kraampjes en overal ruik je geroosterde kastanjes. Een stedentrip voelt hierdoor extra gezellig en bovendien hoef je vaak niet meer in lange rijen te staan voor musea of bezienswaardigheden.

Het zuiden van Italië blijft zonnig

Voor wie liever de kou ontwijkt, is Zuid-Italië ideaal. Regio’s zoals Sicilië en Puglia hebben een veel milder klimaat en soms kun je zelfs in december nog buiten op een terras lunchen. Denk aan pasta met verse zeevruchten of een cappuccino in de zon, terwijl het in Nederland regent en waait. Een bezoek aan charmante dorpjes maakt een winterreis extra bijzonder. Zo is Ostuni, ook wel bekend als de witte stad, in de winter nóg sfeervoller. De smalle straatjes met witte huizen krijgen een sprookjesachtige uitstraling door de kerstverlichting. Zonder de zomerse drukte heb je hier echt het gevoel dat je even een stap terug doet in de tijd.

Praktische tips voor een wintervakantie

Een reis door Italië in de winter vraagt net wat meer voorbereiding. Temperaturen kunnen flink verschillen, dus laagjes in je koffer zijn altijd slim. Reis je met de auto? Houd er rekening mee dat winterbanden in bepaalde regio’s verplicht zijn tussen november en april. Daarnaast is een goede reis- en annuleringsverzekering aan te raden, want het weer kan soms roet in het eten gooien. Wie goed voorbereid vertrekt, ontdekt dat Italië in de winter net zoveel charme heeft als in de zomer. Soms zelfs meer, omdat je de plekken echt op een rustig tempo kunt ervaren. Van skipistes in het noorden tot zonnige dorpjes in het zuiden, het land laat zien dat het in elk seizoen iets unieks te bieden heeft.

Lekker eten en drinken

Een van de leukste dingen aan Italië in de winter is het eten. In het noorden warm je op met dampende kommen polenta, rijke stoofpotjes en knapperige kastanjes die je overal op straat tegenkomt. Verder naar het zuiden verschuift het menu naar lichtere gerechten met veel vis en verse groenten, al wordt er rond kerst flink uitgepakt met uitgebreide familiediners. In regio’s zoals Puglia proef je in deze tijd van het jaar gerechten die je in de zomer vaak niet tegenkomt, zoals stevige orecchiette met rapenblad of hartige taarten gevuld met seizoensgroenten. Het maakt de winter niet alleen gezellig, maar ook extra smakelijk.