Je ziet het overal om je heen: de ene vriend kan moeiteloos een wijntje drinken bij het eten, terwijl de ander na een paar glazen helemaal hotel de botel is. Alle remmen los... Of die collega die cocaïne gebruikt op feestjes zonder enig probleem, terwijl zijn broer er volledig door wordt opgeslokt.
Wat maakt dat sommige mensen verslaafd raken en anderen niet?
De rol van genen: ben je geboren als verslaafde?
Onderzoek wijst uit dat erfelijkheid voor ongeveer 40 tot 60 procent bijdraagt aan het risico op verslaving. Dat klinkt dramatisch, maar het betekent niet dat je automatisch verslaafd wordt als je ouders dat waren. Het is als een geladen pistool: de genetische aanleg is er, maar de trekker moet nog wel worden overgehaald.
Bij identieke tweelingen wordt dit extra interessant. Als Ronald de Boer hypothetisch verslaafd zou zijn aan alcohol, heeft Frank de Boer statistisch gezien een verhoogd risico. Maar dat betekent niet dat hij automatisch aan dezelfde substantie verslaafd raakt. Misschien wordt Frank wel verslaafd aan gokken of aan werk. De genetische kwetsbaarheid is er, maar die kan zich totaal anders uiten.
Jeugdtrauma's en vroege ervaringen
Wat er in je kindertijd gebeurt, heeft ook grote invloed op je latere verslavingsgevoeligheid. Kinderen die mishandeling, verwaarlozing of emotionele trauma's meemaken, hebben een veel hoger risico op verslavingsproblemen. Hun brein leert al vroeg dat externe substanties helpen bij het verdoven van pijn.
Ook subtielere factoren spelen mee. Opgroeien in een gezin waar veel wordt gedronken, normaliseert dat gedrag. Of ouders die hun stress wegwerken met pillen, leren kinderen onbewust dat problemen van buitenaf opgelost kunnen worden.
De chemie van je brein
Sommige mensen hebben van nature lagere niveaus van dopamine, de stof die zorgt voor gevoelens van plezier en beloning. Voor hen voelt alcohol, drugs of gokken als een openbaring: eindelijk die kick die anderen van nature lijken te hebben. Hun brein schreeuwt om meer.
Anderen hebben juist een zeer gevoelig beloningssysteem. Eén lijntje cocaïne geeft zo'n intense rush dat hun brein direct vastklikt op het patroon. Het is als een schakelaar die een keer wordt omgezet en daarna moeilijk meer uit kan.
Sociale omgeving en timing
Je vriendenkring, baan en levensfase bepalen mede of experimenteren uitgroeien tot een verslaving. Iemand die op zijn 15e begint met blowen in een groep waar dat normaal is, loopt meer risico dan iemand die pas op zijn 25e voor het eerst een joint rookt.
Stress speelt ook een grote rol. Mensen die verslaafd raken doen dat vaak tijdens moeilijke periodes: een scheiding, werkloosheid of ziekte. Hun weerbaarheid is dan laag, waardoor ze sneller naar verdovende middelen grijpen.
Behandeling en herstel
Gelukkig betekent genetische aanleg niet dat je gedoemd bent. Verslavingszorg heeft zich enorm ontwikkeld. Sommigen kiezen voor een afkickkliniek Thailand, ver weg van bekende triggers. Anderen vinden hulp in een privé afkickkliniek buitenland zoals THE YOUTURN, waar intensieve begeleiding wordt geboden.
Het belangrijkste inzicht is dat verslaving een complex samenspel is van genen, omgeving, persoonlijkheid en timing. Niemand wordt bewust verslaafd. Maar sommige mensen hebben gewoon meer pech met hun biologische en sociale loterij. Begrijpen waarom helpt bij het voorkomen en behandelen van deze ziekte die miljoenen mensen wereldwijd treft.